maandag 28 januari 2013

Zingen en adem

De Lichtenberger Methode is vrij uniek in de nederlandse zangerswereld in die zin dat er wel gewerkt wordt met adem maar niet met het tegenwerken van de adem. Dit tegenwerken van de adem heet in de gangbare wereld ademsteun, maar wat daaronder verstaan wordt kan per stroming ook weer heel verschillend zijn. In CVT vind je beschrijvingen in termen van kracht en beheersing, en 'een strijd tussen de lendenspieren en de buikspieren' (Catherine Sadolin, Complete Zangtechniek, bladzijde 31). In 'Zing zoals je lacht' van Hetty Gehring (2015) wordt gesproken van een stromende adem, wat alweer een stuk vriendelijker klinkt. Op bladzijde 18 schrijft zij: 'Het uiteindelijke doel van zingen vanuit de stromende adem is om te komen tot een natuurlijke (vrije) klank, die niet meer direct verbonden is aan het gebruiken van spierkracht'. Dit komt heel dicht bij de Lichtenberger Methode.

Wat zegt Lichtenberg nu over de adem?

De ademhaling is een autonoom proces, maar kan ook bewust gestuurd worden. Iedereen die wel eens geprobeerd heeft te mediteren op zijn adem en zijn ademhaling waar te nemen zal hier op een probleem zijn gestuit: Zodra je probeert je adem waar te nemen zonder daarop in te grijpen, merk je dat dat bijkans onmogelijk is. Het waarnemen staat bijna gelijk aan het beginnen met sturen van de ademhaling zelf. Maar de bewust gestuurde ademhaling heeft niet het gemak van de autonome ademhaling. De enige manier waarop men zijn ademhaling kan waarnemen en tegelijkertijd niet verstoren is door dat enigszins in het voorbijgaan te doen - en dus niet met de volle focus van je aandacht.

Hoe werkt de ademhaling eigenlijk? Je middenrif beweegt zich omlaag, waardoor onderdruk ontstaat - de longen zuigen zich als vanzelf vol met lucht. Vervolgens ontspant het middenrif zich; de longen veren elastisch terug en lucht wordt weer uitgeademd.


Zingen of een blaasinstrument bespelen betekent altijd een verstoring van het natuurlijke ademritme. Het gebruik van ademsteun is daarbovenop een zeer krachtig ingrijpen in de fenomenen druk en onderdruk. Het middenrif wordt langer uitgezet gehouden dan het zelf van nature zou doen. Hierdoor ontstaat een grote spanning in het middenrif zelf en meer onderdruk in de longen. De stembanden krijgen de neiging om te sluiten, waardoor er een andere klank ontstaat, die door sommige mensen als beter wordt ervaren.

Wanneer krijgen de stembanden de neiging om zich te sluiten? Wanneer je kracht zet. Dit is een reflex - probeer het maar eens uit door bijvoorbeeld iets zwaars op te tillen. Je spant aan, en je hele lichaam verkrijgt stevigheid. Die stevigheid wordt verkregen doordat de middenrif spieren zich aanspannen en het strottenhoofd zich sluit. Je bovenlichaam is dan als een dichtgeknoopte ballon en kan zich makkelijker stijf houden. De meeste mensen zeggen onwillekeurig bij een krachtinspanning iets van een 'uh'. Dat zijn de stembanden die even sluiten.

Maar deze reflex, het sluiten van het strottenhoofd, wordt nu tegengewerkt door de zanger die wil zingen en dus dat het strottenhoofd geopend is. Hij veroorzaakt spanning in het middenrif, en onderdruk in de longen en houdt tegelijkertijd zijn strot open. Dat is een behoorlijk zware belasting voor de stembanden. Het is dan ook (helaas) algemeen geaccepteerd dat zangstemmen achteruit gaan met het klimmen der jaren. Op grond van dit alles wordt zingen als 'topsport' betiteld.

Maar is dat allemaal wel nodig, al die spierspanningen? Vanuit mijn ervaring zeg ik, je moet nooit een strijd aangaan met je eigen lichaam of met je adem. Dat roept reflexen op die te maken hebben met de angst om te stikken en dat is een zwaar onderschat fenomeen, waar iedere zanger zich eigenlijk van bewust zou moeten zijn, dat dat er is. Het is wel belangrijk om laag te ademen en om bij jezelf te onderzoeken hoe een buikademhaling werkt. Een diepe adem kan de weg vrij maken voor een diepere resonantie die geleid wordt door het strottenhoofd. Het middenrif krijgt de kans om mee te trillen met de klank van de stem, en om een doorgeefluik voor klank te zijn. Maar boven alles zou de klank die dat oplevert zou het leidende principe moeten zijn voor de zanger. Want als je tijdens het zingen met lucht bezig bent, dan ben je al bezig met een mogelijk tekort en doet stikangst je zangapparaat innerlijk verstijven. Maar door van jezelf steeds opnieuw een klankkwaliteit te vragen die diep resoneert in het lichaam, zal je adem zich vanzelf verdiepen en de juiste spierspanning genereren  op de plaatsen waar het nodig is. Hoe de klank (en de oren) een leidend principe kunnen zijn in het zingen, beschrijf ik in mijn artikel 'Zingen met je oren'.

Sadhu
www.lichtenberger-zangles.nl

www.lichtenberger-institut.de

Lijst met Docenten in de Lichtenberger Methode